In de herfsteditie van buurtkrant Noorderplantsoen staat een zeer lezenswaardig artikel van buurtbewoonster en vogelkenner Ana Buren (https://anaburen.nl/) over Randy, de senegalpapegaai, die al jaren in het Noorderplantsoen bivakkeert. Hieronder een iets uitgebreide versie van het verhaal met een extra foto.
Er bevinden zich zoveel exoten in het Noorderplantsoen dat je er op safari kunt. Nijlganzen, moerasschildpadden en wat er verder allemaal uit vissenkommen en terraria in het plantsoen wordt gekieperd. De meest kleurrijke bewoner is echter de senegalpapegaai, ook wel bont boertje genoemd. De eerste waarnemingen komen van een vogelaar die hem in 1998 in het Zernikecomplex ontdekte. Via de bomen langs het Reitdiep verhuisde hij naar ons plantsoen waar hij zich sinds 1999 uitstekend in leven weet te houden. Hij eet zaden, knoppen, bloesems en vruchten van struiken en bomen: Kaukasische vleugelnoot, es, taxus, haagbeuk, esdoorn, appelboom, perenboom. Ook schooit hij bij de huizen van de mensen. ’s Winters eet hij gewoon met onze inheemse vogeltjes mee op de voedertafels en pindanetjes in de tuinen rond het plantsoen.
Senegalpapegaaien hebben een bijzonder gezichtsvermogen. Ze kunnen prima links, rechts, boven en achter zich kijken, maar zij zien niet wat zich in het gebied onder hun snavel bevindt. Ze bijten met hun snavel het steeltje van een appel of een takje met zaadjes af en tillen het voedsel met hun poot binnen oogbereik. Dit ziet er erg gedistingeerd uit.
Onze senegalpapegaai is linkspotig. Het is een mannetje. Bij gebrek aan seks met een vrouwtje schuurt de vogel wellustig met zijn achterste over een tak. Daarom heet hij Randy. Vrouwtjes vertonen dit gedrag ook wel eens, maar ánders.
Randy heeft behoefte aan gezelschap en zijn eenzame roep snijdt door merg en been. Hij zoekt vaak het gezelschap van de spreeuwen op waar hij lustig mee kwebbelt. Senegalpapegaaien kunnen goed imiteren (ze kunnen zelfs leren praten) en spreeuwen kunnen dat ook. Ik heb Randy wel eens spreeuwengeluiden horen maken en de spreeuwen papegaaiengeluiden. Gezellig naast elkaar converserend op een wilgentak. Erg vertederend. Maar je zou hem zo graag een vrouwtje gunnen.
Menigeen is al in de verleiding gebracht om een vrouwtje voor hem te kopen. Dat kost ongeveer 200-300 euro. Maar, behalve dat het illegaal is, is het ook onverstandig. Het vrouwtje kan direct in paniek raken en wegvliegen en dan heb je twee eenzame senegalpapegaaien. Je hoeft echter niet bang te zijn dat er een papegaaienexplosie ontstaat zoals met de halsbandparkiet in het westen is gebeurd. In 2006 was er in Voorburg een aantal ontsnapte senegalpapegaaien waarvan er twee paren tot broeden kwamen; vier jongen werden er vliegvlug. Maar de populatie hield geen stand. Rond 2012 waren er in heel Nederland buiten Groningen nog slechts twee vrij rondvliegende senegalpapegaaien: een in Voorburg en een in Amsterdam. Ook die zijn inmiddels verdwenen, zodat Randy als laatste der Mohikanen is overgebleven.
Tijdens omzwervingen in de Hortusbuurt maakt hij via een openstaand raam kennis met een dwergpapegaai in een kooitje. Zijn avances zijn uitbundig, maar tevergeefs.
Maar eind 2012 is het feest: als uit het niets duikt er een halsbandparkiet op in het Noorderplantsoen, een vrouwtje. Randy weet niet wat hem overkomt. Luid roepend vliegen ze enthousiast achter elkaar aan door het park. Als zij in haar holletje zit haalt hij voor de opening acrobatische toeren uit en schreeuwt hij net zolang tot ze weer naar buiten komt. Ze zijn onafscheidelijk. Even plotseling als ze is gekomen, is ze na een aantal weken weer verdwenen. Een tragisch verlies. Randy blijft in de toppen van de bomen wekenlang tevergeefs hartverscheurend roepen. Tenslotte zoekt hij weer het gezelschap van de spreeuwen en kraaien op om zich hun pesterijen te laten welgevallen.
Randy heeft meerdere holletjes, verspreid over het plantsoen. Zijn voorkeur gaat echter uit naar de met klimop begroeide wilg tegenover Café De Bres. De oksel van een zijtak vormt een drinkwatervoorziening. Hij heeft alles goed voor mekaar en bij de hand. De tuinen en balkons van de Oranjewijk en de Noorderplantsoenbuurt zijn altijd goed voor iets lekkers. Zo raakt hij per ongeluk verstrikt in de ringersnetten van Jan Doevendans en komt hij met de schrik weer vrij.
Ik sta met mijn camera voor de wilg aan de Kerklaan. Voor zijn holletje klampt Randy zich vast aan een tak. Hij kijkt mij met zijn waanzinnig gele ogen fanatiek aan en fladdert een beetje met zijn vleugels. Er komt een dame naast mij staan.
“Hij zit vast! We moeten hem bevrijden.” zegt ze.
“Nee hoor,” antwoord ik, “hij is aan het masturberen.”
Meteen sla ik mijn hand voor mijn mond. Wat zeg ik nou toch weer?! De dame kijkt verschrikt naar mij en dan weer naar de vogel.
“Ja, sorry dat ik dit soort dingen weet” verontschuldig ik mij. Stil en een beetje besmuikt slaan we zijn wellustig gemanoeuvreer gade. “Nou ja, het kan waarschijnlijk geen kwaad”, besluit de dame. Randy krijst en kruipt weer terug in zijn holletje.
Wat mij verbaast is hoe goed hij tegen de kou bestand is. De senegalpapegaai komt oorspronkelijk uit West-Afrika ten zuiden van de Sahel, waar een tropisch klimaat heerst. Maar desondanks heeft hij hier een aantal erg strenge winters overleefd. Op 1 maart dit jaar bijvoorbeeld was er hier ’s nachts een gevoelstemperatuur van -25 °C.
De twee maanden daarop laat hij ons vrijwel dagelijks luidruchtig weten dat hij deze strenge vorst heeft overleefd. Vanaf mei worden zijn tekenen van leven steeds spaarzamer. Misschien heeft hij nog een andere stek naast het Noorderplantsoen? Een nieuwe vlam?
In de hele maand augustus hoor ik hem slechts één keer. Hij is wel vaker een maand weg, maar ik begin nu toch een beetje ongerust te worden, want je gaat je toch hechten aan zo’n vogeltje dat jarenlang voor zoveel kleur, hartstocht en emotie in ons plantsoen heeft gezorgd.
Senegalpapegaaien kunnen wel 45 jaar oud worden, tenminste: als kooivogel. Randy heeft zichzelf in de vrije natuur in weer en wind moeten redden. Ik heb geen idee hoe oud hij is. Hij draagt geen ring. Hij is vast niet vanuit zijn apenboom in West-Afrika helemaal naar Groningen komen vliegen; hij is geïmporteerd of hier gekweekt. Sinds 1997 moeten deze vogels in de EU een pootring dragen. Hij is dus minimaal 21 jaar, mogelijk veel ouder.
Hopelijk blijven wij in het Noorderplantsoen nog vele jaren zijn vertrouwde melancholieke roep horen, zodat wij ons heerlijk op vakantie in de tropen kunnen wanen.
Tekst en foto’s: Ana Buren (https://www.anaburen.nl/)